Forum
Het Forum wordt nog maar sporadisch door onze clubleden bezocht.
Heb je vragen over de spitfire dan kan je die beter in onze Facebookgroep "Triumph Spitfire Club NL" stellen.
Ben je lid van onze club, dan vind je in de map Documenten het bestand:
"Samenvatting van technische vragen gesteld op het Spitfire Forum" met meer dan 500 pagina's met technische onderwerpen
vervroegings curve
Goede Avond
ik heb in de afgelopen maanden mijn motor zelf gereviseerd en hij loopt nu weer
maar nu heb ik de vervroeging bij stationair ingesteld maar ik zou graag controleren of de curve een beetje klopt
de waardes in het werkplaatshandboek zijn erg ruim.
dus heeft er iemand de orginele waarden die het zou moeten zijn
bij b.v. 1000 1500 2000 etc toeren
m.v.g. Ton van der LInden
In het originele boek wat ik kreeg bij de aanschaf van een nieuwe 1500 TC in 1979 lees ik bij 'centrifugaal' -vervroeging: Geen tot 600 krukas toeren, min/max 2 - 6 bij 1100 rpm, 6 - 10 bij 1400 rpm, 8 - 12 bij 2000 en 12 - 16 bij 3200. En 'vacuum' -vervroeging: in inches kwik vacuum; </= 2.0 Geen, 3.0 0.0 - 1.0, 6,5 1.0 - 6.0, 8,5 5.0 - 9.0, 11,0 9.0 - 13.0, 18,0 10.0 - 14.0 krukasgraden vervroeging. De contactpunten moeten 51 +/– 5 graden gesloten blijven en 39 +/- graden open blijven bij 0,35 - 0,40 mm contactpunt opening.
Zijn deze gegevens anders dan dat jij in je boek hebt staan?
Hoi Ton
Als ik het goed begrijp is je motorblok reeds gereviseerd en heeft de motor weer gelopen goed werk verricht na de technische meeting van 23 oktober 2011
De afstel gegevens die door Wim vermeld zijn, dat zijn wel de afstel gegevens zoals de stroomverdeler in de Synchrograaf afgesteld moet worden. De wat oudere garagebedrijven kunnen nog zo'n Synchrograaf in de vergeethoek hebben staan Ps Wil van Eijck heeft hem niet staan.
Jan
@font-face {
font-family: "Times New Roman";
}p.MsoNormal, li.MsoNormal, div.MsoNormal { margin: 0cm -24.45pt 0.0001pt 0cm; font-size: 12pt; font-family: "Times New Roman"; }table.MsoNormalTable { font-size: 10pt; font-family: "Times New Roman"; }div.Section1 { page: Section1; }
De ‘vervroeging’ is een onderwerp waarover ik me herhaaldelijk gedachten heb gemaakt. Je leest er in het algemeen weinig over, dus, de meesten van ons besteden er ook weinig aandacht aan. Toch kan ik me voorstellen dat het echt wel ‘uitmaakt’. We zouden ons dus over de afstelling van de vervroeging van de ontsteking net zoveel zorgen mogen maken als om de afstelling van de carburateurs!
De basisafstelling voor de ontsteking is 10 graden BTDC. We lezen op het internet dat het vlamfront na de ontsteking tot volle ontwikkeling moet zijn gekomen als de zuiger in het gebied tussen 17 en 20 graden na het bovenste dode punt (ATCD) gekomen is, om het beste effect in de werkslag te verkrijgen.
Dat is bij stationair toerental. Zeg, 800 rpm.
Per seconde maakt de motor dan 13,33 omwentelingen.
Een omwenteling duurt 0,075 seconde.
De ontsteking gebeurt bij 10 graden BTDC.
Eén zesendertigste van de omwenteling (10 graden) heeft plaatsgevonden, dat duurde 0,075 : 36 = 0,00208 seconde.
Nu kijken we wat de gegevens zijn bij 4000 rpm.
Per seconde 66,66 omwentelingen. Eén omwenteling duurt 0,015 seconde.
Tien graden krukasomwenteling duurt 0,00042 seconde.
Als nu bij 4000 rpm er net zoveel tijd tussen ontsteken en het begin van het vlamfront zit als bij 800 rpm, zou je nu dus ook 0,00208 seconde nodig hebben.
In 0,00208 seconde draait de krukas bij 4000 rpm 0,00208 / 0,015 x 360 = 14,976 graden. Tussen de basisafstelling en het begin van het vlamfront hadden we al 10 krukasgraden. Daar zou dus 15 graden voorontsteking bij moeten komen.
In het 123 tabelletje zien we dat de voorontsteking niet verder gaat dan 30 graden. De centrifugaal vervroeging doet er -na de basis-vervroeging- nog twintig graden bij. De vacuüm vervroeging regelt slechts binnen dit gebied wat extra vervroeging wanneer we ‘gas’ geven (WOT; ‘wide open throttle’).
Als de bovenstaande berekening klopt, dan kan je zo dus een grafiek maken met een lineair verloop. De werkelijkheid is, dat, vanaf het moment dat de ontsteking door de bougie plaatsvindt het ingelaten gas vanaf de bougie begint te verbranden en een vlamfront vormt met een diabolische vorm. Binnenin die ‘diabolo’ zit het reeds verbrande gas en buiten de diabolo het brandbare gas. Naarmate de diabolo groter wordt neemt de druk door temperatuursverhoging in de verbrandingskamer toe. Door deze drukverhoging wordt ook het brandbare gas heter, waardoor de voortschrijding van het vlamfront steeds meer versnelt.
Een bijzonderheid is, dat, naarmate het toerental verhoogt, de voortschrijding van het vlamfront evenredig versnelt. We hoeven dus alleen rekening te houden met de traagheid van het ontwikkelen van een vonk.